Procedure bij ongevallen
Als zich een ongeval voordoet, zijn de volgende eenvoudige regels nuttig voor alle chauffeurs:
1. Beveilig de plek van het ongeval
- Zet de waarschuwingslichten aan
- Plaats de gevarendriehoek. Als u op de snelweg bent, gaat u samen met de andere betrokkenen op een veilige plaats staan, bijvoorbeeld achter de vangrail
2. Eerste hulp
- Controleer de ademhaling en de pols van de gewonde
- Plaats de gewonde in de herstelpositie
- Pas shockbehandeling toe, stop bloedingen
3. Bel de alarmdienst (112). Geef de volgende informatie door:
- Wat is er gebeurd?
- Waar is het gebeurd?
- Wanneer is het gebeurd?
- Hoeveel gewonden zijn er?
- Wie is de beller?
4. Bel Ford Assistance
5. Noteer de details van het ongeval en bewaar bewijzen
- Spreek met getuigen en noteer hun contactgegevens
- Maak foto's waarop de schaal duidelijk te zien is
Vul het ongevalsrapport in en laat het ondertekenen door alle betrokkenen. De ondertekening betekent niet dat men zich aansprakelijk stelt.
Als u betrokken bent bij een ongeval, kunt u de gegevens het beste zo snel mogelijk op ons ongevalsinformatieblad noteren als ze nog vers in uw geheugen staan. Als u het afdrukt en in uw handschoenenkastje bewaart, kunt u aan de verzekering alle gegevens van het ongeval doorgeven.